Het lezen van privé Whatsapp- en Gmail-berichten komt werkgever duur te staan

Wat is de prijs van onrechtmatig verkregen bewijs? Deze vraag kan worden gesteld naar aanleiding van een uitspraak van 12 mei 2014 van de rechtbank te Amsterdam.

Een werkgever had een werknemer, die net zijn arbeidsovereenkomst had opgezegd, gevraagd om zijn privélaptop en privételefoon op het werk achter te laten voor een software-update. De werkgever had vervolgens de privéberichten van de werknemer in G-mail en Whatsapp gelezen. De werkgever kwam hierbij tot de ontdekking dat de werknemer het geheimhoudings- en nevenwerkzaamhedenbeding had overtreden door o.a. vertrouwelijke bedrijfsgegevens van de werkgever aan zijn toekomstige werkgever te sturen. De werkgever ontsloeg de werknemer op staande voet.

De werknemer stelt dat het bewijs onrechtmatig is verkregen omdat inbreuk is gemaakt op zijn privacyrecht. Hij vindt daarom dat het bewijs niet kan meewegen bij de beoordeling van het ontslag en dat de werkgever hem een schadevergoeding van € 10.000 moet betalen.

De rechter oordeelt dat het bewijs inderdaad onrechtmatig is verkregen en acht het daarbij van belang dat de werkgever geen goede reden had om de privéberichten van de werknemer in te zien. Er was namelijk geen concreet vermoeden dat de werknemer afspraken zou hebben geschonden. De rechter vindt het ontslag op staande voet terecht maar veroordeelt de werkgever wel tot betaling aan de werknemer van een schadevergoeding van € 7.500. De rechter wil daarmee voorkomen dat de vrije bewijsleer wordt uitgehold en werkgevers te makkelijk overgaan tot het schenden van de privacyrechten van hun werknemers.

In het civiele procesrecht geldt de vrije bewijsleer. Dit houdt in dat in beginsel alle bewijsmiddelen zijn toegestaan en dat de rechter beslist welke waarde aan het bewijs wordt gehecht. Onrechtmatig verkregen bewijs wordt in een civiele procedure dus in principe toegelaten. Volgens de Hoge Raad kan ook het bewijs dat is verkregen door een schending van het privacyrecht van de werknemer worden meegenomen. Toch laten sommige rechters onder bijzondere omstandigheden onrechtmatig verkregen bewijs buiten beschouwing. In deze zaak vond de rechter dat van zulke bijzondere omstandigheden geen sprake was. Verrassend aan deze uitspraak is dat de werkgever op een andere manier wordt gestraft voor het onrechtmatig verkregen bewijs, namelijk door het moeten betalen van een schadevergoeding aan de werknemer. Als deze uitspraak door andere rechters wordt gevolgd, is de vraag hoe de prijs van onrechtmatig verkregen bewijs moet worden vastgesteld.

Bron:

Rechtbank Amsterdam 12 mei 2014, ECLI:NL:RBAMS:2014:2751