Geen transitievergoeding na weigeren passende functie?

Volgens het Hof te Den Bosch kan een werknemer die een passende functie weigert, onder bepaalde omstandigheden, zijn recht op een transitievergoeding verspelen. 

Bij ontslag heeft een werknemer in beginsel recht op een transitievergoeding. Dit recht kan komen te vervallen door ernstig verwijtbaar handelen van een werknemer. De lat van ernstige verwijtbaarheid ligt hoog: rechters zijn vaak terughoudend met het aannemen hiervan. Als een werknemer een passende functie weigert, dan hoeft dit dus niet per se ernstig verwijtbaar te zijn.

In een zaak die recent door het Hof te Den Bosch werd behandeld, ging het om een werknemer van wie de functie kwam te vervallen. De werkgever had de werknemer, in lijn met de wettelijke herplaatsingsplicht, verschillende passende functies aangeboden.

De werknemer weigerde tot twee keer toe een passende functie omdat daarbij andere werktijden hoorden dan bij haar oude functie. Hierdoor zou ze niet meer samen met haar echtgenoot naar het werk kunnen rijden. Volgens de werknemer kon niet van haar worden verwacht dat zij zelfstandig zou gaan reizen. Vervolgens heeft de werknemer zich ziek gemeld.

De werkgever kwam de werknemer tegemoet door weer een andere passende functie aan te bieden; een die aansloot bij het rooster van haar echtgenoot. Ook dit derde aanbod weigerde de werknemer omdat zij vond dat zij de functie niet kon accepteren vanwege haar arbeidsongeschiktheid. Volgens de werknemer verwachtte de werkgever namelijk dat zij na acceptatie van de functie per direct weer zou gaan werken. Ook voerde de werknemer aan dat zij vanwege een oogafwijking niet zelfstandig kon rijden.

Volgens het Hof bleek nergens uit dat de werkgever van de werknemer verwachtte dat zij per direct aan de slag zou moeten. Het Hof overwoog verder dat, ook al zou de werknemer op het moment van het aanbod haar werk niet kunnen hervatten, dit niet betekent dat zij de aangeboden functie niet had kunnen aanvaarden. Ook de oogafwijking was volgens het Hof geen goede reden om de functie niet te aanvaarden. De werktijden bij deze functie sloten immers aan bij die van haar echtgenoot.

De weigerachtige houding van de werknemer leverde volgens het Hof ernstige verwijtbaarheid op. Hierdoor hoefde de werkgever geen transitievergoeding aan de werknemer te betalen. Dat de uitzondering op het recht op een transitievergoeding terughoudend moet worden toegepast maakt dit volgens het Hof niet anders: ‘(…) van een relatief kleine misstap is gelet op hetgeen hiervoor is overwogen geen sprake’.

Alleen onder bijzondere omstandigheden zal een werknemer dus zijn recht op een transitievergoeding verliezen als hij een passende functie weigert.

Conclusie: Een werknemer zal zijn recht op een transitievergoeding niet snel verliezen. Dit geldt in beginsel ook, zelfs na deze uitspraak, als een werknemer een passende functie weigert. In deze zaak had de werknemer het echter wel heel erg bont gemaakt door tot drie keer toe een passende functie te weigeren, terwijl de werkgever juist zorgvuldig optrad door met de werknemer mee te bewegen. Alleen onder bijzondere omstandigheden zal een werknemer dus zijn recht op een transitievergoeding verliezen als hij een passende functie weigert.

De volledige uitspraak is hier te lezen.