Invoering van het civielrechtelijk bestuursverbod

Herijking faillissementswet

Op dit moment ligt het wetsvoorstel ‘Wet civielrechtelijk bestuursverbod’ bij de Tweede Kamer. Dit wetsvoorstel maakt onderdeel uit van het wetgevingsprogramma ‘Herijking Faillissementswet’. Samengevat zouden de aanpassingen moeten leiden tot een hardere aanpak van faillissementsfraude en tot versterking van het reorganiserend vermogen van noodlijdende bedrijven. Dit laatste om onnodige faillissementen te voorkomen.

Wet civielrechtelijk bestuursverbod

Het wetsvoorstel ‘Wet civielrechtelijk bestuursverbod’ heeft een breder bereik dan alleen bestrijding van faillissementsfraude. Het doel is om faillissementsfraude en onregelmatigheden in of rondom een faillissement effectiever te kunnen bestrijden, en om te voorkomen dat frauduleuze bestuurders hun activiteiten via allerlei omwegen en met nieuwe rechtspersonen ongehinderd kunnen voortzetten. Om uitvoering te geven aan dit doel, wordt een nieuw instrument ingevoerd, waarmee malafide bestuurders kunnen worden aangepakt: het civielrechtelijk bestuursverbod. Onder de nieuwe wet kan zo’n bestuursverbod worden opgelegd door de rechtbank, namelijk op vordering van de curator of het Openbaar Ministerie.

Wat houdt het bestuursverbod in?

Als iemand een bestuursverbod krijgt opgelegd, is het hem verboden om gedurende de periode waarvoor het verbod is opgelegd, actief te zijn als bestuurder bij een rechtspersoon. De termijn waarvoor een bestuursverbod wordt opgelegd, is maximaal vijf jaar. Een benoeming in strijd met het bestuursverbod, is nietig (artikel 106b FW).

Het bestuursverbod kan worden opgelegd aan bestuurders, commissarissen, maar ook aan feitelijk leidinggevenden (artikel 106d FW).

Wanneer kan een bestuursverbod worden opgelegd?

Het wetsvoorstel geeft, in artikel 106a FW, een limitatieve opsomming van gronden voor het opleggen van een bestuursverbod. Dit is een aanpassing ten opzichte van het voorontwerp van deze wet, waarbij een open norm werd gehanteerd.

Een bestuursverbod kan worden opgelegd aan een bestuurder die, tijdens of gedurende drie jaar voorafgaand aan het faillissement:

  1. aansprakelijk is gesteld op grond van artikel 2:138 of 2:248 BW en deze uitspraak van de rechtbank onherroepelijk is geworden;
  2. de gezamenlijke schuldeisers heeft benadeeld en deze paulianeuze handelingen op grond van artikel 42 of 47 FW door de rechtbank zijn vernietigd;
  3. ernstig tekortgeschoten is in zijn informatie- of medewerkingsverplichting jegens de curator;
  4. tweemaal eerder bij een faillissement betrokken is (geweest) en daarin een ernstig verwijt te maken viel;
  5. een onherroepelijke boete heeft opgelegd gekregen wegens een vergrijp inzake artikel 67d, 67e en 67f van de Algemene Wet Rijksbelastingen.

Een vordering tot het opleggen van een bestuursverbod kan alleen door het Openbaar Ministerie of de curator worden ingediend. De curator heeft hierbij de toestemming nodig van de rechter-commissaris. Schuldeisers kunnen zelf geen vordering indienen, maar kunnen via de rechter-commissaris wel de curator aansporen om dit te doen. De rechter kan het bestuursverbod niet ambtshalve opleggen.

Wat voegt het civielrechtelijk bestuursverbod toe aan de bestaande praktijk?

Op dit moment geeft het BW in artikel 2:298 lid 3 al een bestuursverbod voor bestuurders van stichtingen. Het civielrechtelijk bestuursverbod kan echter aan alle bestuurders, commissarissen of feitelijk leidinggevenden van rechtspersonen worden opgelegd. Van het strafrechtelijke bestuursverbod, dat in artikel 28 Sr. is neergelegd, verschilt het civielrechtelijk verbod in die zin dat hiervoor geen (succesvolle) strafrechtelijke vervolging is vereist.

Inwerkingtreding

Op dit moment ligt het wetsvoorstel ‘Wet civielrechtelijk bestuursverbod’ bij de Tweede Kamer. Vooralsnog is het de verwachting dat de wet op 1 juli 2015 ingaat.

Bronnen: Ondernemersplein, ‘Invoering civielrechtelijk bestuursverbod’; TK Kamerstukken 34011/6, ‘Wijziging van de Faillissementswet in verband met de invoering van de mogelijkheid van een civielrechtelijk bestuursverbod (Wet civielrechtelijk bestuursverbod)’; Memorie van Toelichting civielrechtelijk bestuursverbod; Nieuwsbericht van het Ministerie van Veiligheid en Justitie van 3 september 2014, “Wetsvoorstel civielrechtelijk bestuursverbod naar Tweede Kamer”; Overheid.nl, internetconsultatie: Wetsvoorstel civielrechtelijk bestuursverbod; advocaat-ondernemingsrecht.nl, 6 juni 2013, “Herijking van het faillissementsrecht, deel II: Wetsvoorstel civielrechtelijk bestuursverbod