Verbod op zichtbare tatoeage: mag dat?

Als arbeidsrechtspecialisten krijgen wij vaak de vraag of werkgevers mogen bepalen hoe werknemers eruit zien. Mag een werkgever bijvoorbeeld een bepaald uiterlijk of bepaalde kleding verbieden? Een uitspraak van de kantonrechter te Rotterdam van september 2020 was voor ons aanleiding om deze vraag nog eens te beantwoorden.

Waar gaat de zaak over?

Het betreft een vervoersbedrijf dat buitengewoon opsporingsambtenaren voor het openbaar vervoer, BOA’s, in dienst heeft. Als de BOA’s in functie zijn, dragen zij een uniform. De werkgever hanteert een schriftelijk en bij de BOA’s bekend tatoeagebeleid. Hierin staat dat het BOA’s, als zij in functie zijn, geen tatoeages zichtbaar mogen hebben. BOA’s moeten namelijk een gezag uitstralende, neutrale en veilige houding aan kunnen nemen en dit kan volgens de werkgever niet wanneer lichaamsversieringen zichtbaar worden gedragen. Eén BOA is het niet eens met het tatoeagebeleid en start een procedure, waarbij hij van de rechter wil horen dat zijn werkgever dit beleid niet mag uitvoeren.

Mogen werkgevers bepalen hoe werknemers eruit zien?

De rechter bevestigt de vaste rechtspraak: werkgevers mogen op grond van het wettelijke instructierecht bepalen hoe werknemers er tijdens hun werk uit zien. Dit mag dan alleen niet in strijd zijn met goed werkgeverschap, de redelijkheid en billijkheid en/of de fundamentele grondrechten.

Wat speelde mee volgens de rechter?

Volgens de rechter is van belang dat de BOA’s een bijzondere positie hebben; zij beschikken over politiebevoegdheden en geweldsmiddelen. Dit vereist een neutrale en professionele uitstraling van de BOA’s. Een reiziger moet de BOA kunnen benaderen in de rol van een buitengewoon opsporingsambtenaar en niet als de persoon hierachter. Een tatoeage is juist vaak een weerspiegeling van iemands persoonlijkheid. Het is dan ook niet onredelijk dat de werkgever de BOA’s vraagt om, als zij hun uniform dragen, tatoeages en andere lichaamsversieringen te bedekken.

Volgens de rechter leidt het tatoeagebeleid ook niet tot strijd met andere wettelijke rechten en plichten. Deze regel valt namelijk makkelijk uit te voeren, bijvoorbeeld door het dragen van lange mouwen, een extra knoopje dichtdoen of een pleister over de tatoeage plakken. De regel vormt ook geen inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van werknemer. Het staat de BOA immers nog steeds vrij om een tatoeage te laten zetten en deze te laten zien tijdens een dienst in burger of in zijn vrije tijd.

De kantonrechter wijst daarom de vorderingen van de werknemer af.

Bron: uitspraak rechtbank Rotterdam