De mogelijkheid om de overeenkomst te vernietigen wordt in een overeenkomst tot de verkoop en levering van aandelen (een share purchase agreement of “SPA”) vaak uitgesloten. Dit met het oog op de problemen die het terugdraaien van de transactie in een later stadium kan geven (en vaak geeft). Wat er kan gebeuren als partijen daarover géén afspraken maken, illustreert een geschil waarin de Hoge Raad recent uitspraak heeft gedaan.
De feiten
De zaak draaide om de koop van de aandelen in een vennootschap die elektronische beveiligingssystemen leverde (Promis Security Systems B.V., “PSS”). In de SPA uit december 2012 was onder meer een balansgarantie opgenomen van de verkoper (ABC Hekwerk Participatie B.V., “ABC”) aan de koper (Rookie B.V., “Rookie”). Na diverse ontwikkelingen -waaronder het faillissement van PSS- doet Rookie een beroep op vernietiging van de SPA wegens dwaling.
Bij de rechtbank krijgt Rookie nul op rekest, maar het hof gaat in haar arrest uit 2022 wél mee met het standpunt van Rookie. Het hof oordeelt echter ook dat de gevolgen van de aandelenoverdracht bezwaarlijk ongedaan kunnen worden gemaakt en past daarbij artikel 3:53 lid 2 BW toe. Het hof vindt daarbij onder meer relevant dat de aandelen niet in materieel exact dezelfde staat kunnen worden teruggegeven; dit omdat de transactie jaren geleden plaatsvond, er sprake is geweest van een faillissement en daarna ook van een doorstart. Om ‘onbillijke bevoordeling’ in de zin van datzelfde artikel 3:53 lid 2 BW te voorkomen, vermindert het hof de koopprijs die ABC aan Rookie moet terugbetalen met 25%.
Het geschil in cassatie
In cassatie ging het over de vraag of het hof wel de juiste gevolgen heeft verbonden aan de vernietiging van de SPA.
Het oordeel van de Hoge Raad
Volgens de Hoge Raad is het enkele feit dat de aandelen reeds zijn overgedragen, onvoldoende om tot het oordeel te komen dat de gevolgen van de transactie ‘bezwaarlijk ongedaan’ gemaakt kunnen worden. Als het hof dat wel zo heeft gezien, meent de Hoge Raad dat het hof daarmee blijk geeft van een onjuiste rechtsopvatting. Als het hof dit niet heeft miskend, schiet de motivering van het hof tekort. Hetzelfde lot treft de beslissing van het hof om de terug te betalen koopprijs te verminderen met 25%. De Hoge Raad stelt vast dat voor toepassing van artikel 3:53 lid 2 BW vereist is dat sprake is van ‘onbillijke bevoordeling’ van Rookie. Volgens de Hoge Raad, heeft het hof dit niet (kenbaar) heeft meegenomen in haar oordeel.
De Hoge Raad vernietigt het arrest van het hof en verwijst de zaak naar een ander hof voor verdere behandeling en beslissing.
De moraal van het verhaal
Na ruim tien jaar procederen, weten verkoper en koper dus nog steeds niet waar zij aan toe zijn. Dat geldt ook voor andere betrokkenen, zoals de partijen betrokken bij de doorstart van PSS. Het is dan ook raadzaam om al bij het opstellen van de SPA goed na te denken over de gevolgen van vernietiging; en die mogelijkheid desgewenst uit te sluiten.
Hulp nodig bij het opstellen of beoordelen van een SPA? Onze specialisten contractenrecht en ondernemingsrecht staan voor u klaar.