Eerder schreven wij over de goedkeuring door de Tweede Kamer van het wetsvoorstel Wet betaald ouderschapsverlof (“Wbo”). Inmiddels heeft ook de Eerste Kamer dit wetsvoorstel goedgekeurd. Op 2 augustus 2022 treedt de Wbo in werking. Als gevolg hiervan veranderen de regels voor het ouderschapsverlof op een aantal onderdelen. Hieronder worden de veranderingen toegelicht.
Betaald verlof gedurende 9 weken
In totaal hebben werkende ouders, inclusief pleeg- en adoptieouders, recht op 26 weken ouderschapsverlof. Dat geldt nu al. Vanaf 2 augustus 2022 krijgen werkende ouders gedurende 9 van de 26 weken hun loon doorbetaald via het UWV. Deze 9 weken betaald ouderschapsverlof moeten in het eerste levensjaar van het kind opgenomen worden. Het blijft toegestaan om het ouderschapsverlof na het eerste levensjaar op te nemen (tot de dag dat het kind 8 jaar oud wordt), maar dan is het gehele verlof onbetaald. Het ouderschapsverlof kan worden opgenomen naar wens van de werknemer. De werknemer mag bepalen wanneer en hoeveel ouderschapsverlof wordt opgenomen, met als maximum 26 weken. De werkgever kan een aanvraag voor ouderschapsverlof niet weigeren. Wel kan de verdeling van de verlofuren worden geweigerd indien de werkgever kan aantonen dat zwaarwegende bedrijfsbelangen zich hiertegen verzetten.
Hoogte loondoorbetaling
Oorspronkelijk was het de bedoeling dat werknemers tijdens het betaald ouderschapsverlof 50% van het loon (met als maximum 50% van het maximumdagloon) doorbetaald zouden krijgen. Onlangs is echter voorgesteld om dit uitkeringspercentage te verhogen naar 70%. Zowel de Eerste als Tweede Kamer moeten zich hier nog over uitlaten. De verlofuitkering zal via het UWV worden verstrekt en komt dus voor rekening van de belastingbetaler en niet van de werkgever. Uiteraard staat het werkgevers vrij om de ouderschapsuitkering aan te vullen en een hoger percentage loon door te betalen aan hun werknemers.
Zodra bekend is welk percentage van het loon zal moeten worden doorbetaald, informeren wij u hierover.
Gedachte achter Wbo
Het idee achter de Wbo is dat het voor ouders gemakkelijker moet worden om een goede balans te vinden tussen werk en privé, zo blijkt uit de toelichting van toenmalig minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Wouter Koolmees. Door het ouderschapsverlof deels betaald te maken, wordt het voor werknemers aantrekkelijker om het verlof ook daadwerkelijk op te nemen in het eerste levensjaar van hun kind. In dit eerste jaar kunnen de ouders wennen aan de nieuwe situatie en bijvoorbeeld ook ervaren wat een geschikte verdeling is tussen het opvoeden en werken.