Voortgangsbrief ‘werken als zelfstandige’: toch geen minimumuurtarief voor zelfstandigen

In het Regeerakkoord uit 2017 werd duidelijk dat het huidige kabinet schijnzelfstandigheid wil aanpakken en zzp’ers wil beschermen. Schijnzelfstandigen zijn zzp’ers die op basis van een opdrachtovereenkomst werken, maar in feite geen echte zelfstandigen, maar werknemers zijn. Met name zzp’ers aan de onderkant van de arbeidsmarkt verdienen volgens het kabinet bescherming. Het idee was om voor hen een minimumuurtarief in te voeren. Dit plan is nu van tafel, maar het kabinet blijft op andere manieren inzetten op de versterking van de positie van zzp’ers. In zijn voortgangsbrief van 15 juni 2020 schrijft minister Koolmees dat de coronacrisis nog eens extra duidelijk heeft gemaakt dat veel zelfstandigen in een kwetsbare positie verkeren. De vervanger van de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (DBA), die nog in ontwikkeling is, moet volgens Koolmees zowel aan opdrachtgevers als opdrachtnemers meer duidelijkheid verschaffen over de positie van de (schijn)zelfstandige.

Minimumuurtarief

Zelfstandigenorganisaties, werkgevers en vakbonden vonden de invoering van een minimumuurtarief niet de manier om schijnzelfstandigheid van zzp’ers aan de onderkant van de arbeidsmarkt (met een relatief laag uurtarief) tegen te gaan. Het uurtarief zou namelijk op een ingewikkelde manier berekend moeten worden en een hoge administratieve lastendruk met zich meebrengen. Ook de Commissie Regulering van werk, die eerder dit jaar advies gaf naar aanleiding van een onderzoek over de huidige arbeidsmarkt, zag een minimum uurtarief niet als oplossing.

Zelfstandigenverklaring

Het idee was verder dat zzp’ers aan de bovenkant van de arbeidsmarkt (met een relatief hoog uurtarief) een zelfstandigenverklaring zouden ontvangen. Deze zelfstandigenverklaring zou bedoeld zijn om opdrachtgevers en opdrachtnemers zekerheid te bieden. Maar ook dit plan is van de baan vanwege de bijbehorende hoge administratieve lastendruk.

De plannen rond het minimumuurtarief en de plannen voor de zelfstandigenverklaring worden daarom niet verder uitgewerkt door het kabinet.

Webmodule

Om opdrachtnemers en opdrachtgevers alsnog duidelijkheid te kunnen verschaffen over hun werkrelatie, heeft het kabinet een webmodule laten ontwikkelen. Wanneer er eerlijk wordt geantwoord op de vragen in de webmodule, geeft deze duidelijkheid over de kwalificatie van de relatie tussen zzp’er en opdrachtgever. De mogelijke uitkomsten zijn: (i) de opdrachtnemer ontvangt een ‘opdrachtgeversverklaring’ (waarmee hij dan kan aantonen dat hij een echte zelfstandige is), (ii) er lijkt sprake te zijn van een dienstbetrekking of (iii) de module heeft geen oordeel kunnen vormen. Uit onderzoek is gebleken dat in ongeveer de helft van de gevallen waarin een opdrachtgever een opdrachtnemer inhuurt, er een indicatie is dat er sprake is van een dienstbetrekking.

Hoewel de webmodule na meerdere testfases een foutmarge lijkt te bevatten, is het kabinet toch voornemens de webmodule als pilot in te zetten voor het kwalificeren van de relatie tussen opdrachtgever en zzp’er. Tijdens de pilot zal worden onderzocht of met de webmodule de behoefte aan duidelijkheid daadwerkelijk wordt vervuld. Na het zomerreces zal er meer duidelijkheid ontstaan over het verdere tijdpad en de start van de pilot.

Conclusie Commissie Regulering van werk: Arbeidsmarkt ondoorzichtig

De Commissie heeft na onderzoek geconcludeerd de Nederlandse arbeidsmarkt ondoorzichtig te vinden. De oorzaak hiervan ligt volgens de Commissie in onduidelijkheid over rechtsposities en wet- en regelgeving. Verder zijn volgens de Commissie de arbeidsrechtelijke en fiscale verschillen tussen werknemers en zzp’ers te groot. Het kabinet is van plan dit gat te dichten door de zelfstandigenaftrek af te bouwen en de mogelijkheden voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering en pensioendeelname voor zelfstandigen te onderzoeken. Met de voorgenomen plannen wil het kabinet schijnzelfstandigheid tegengaan en daarnaast ruimte creëren voor echte zelfstandigen. Wij zijn benieuwd hoe dit traject vorm krijgt. Ovidius houdt de ontwikkelingen in ieder geval in de gaten.