Wetsvoorstel coronacheck door werkgevers

In augustus plaatsten wij de onepager ‘Werknemers en vaccineren’ op onze website. Nog steeds is er veel discussie over dit onderwerp, ook in Den Haag. Eind november is het wetsvoorstel ‘Tijdelijke wet verbreding inzet coronatoegangsbewijzen’ bij de Tweede Kamer ingediend. Op 6 december 2021 is hierover voor het eerst vergaderd in de Tweede Kamer. Op grond van dit wetsvoorstel mogen werkgevers van werknemers, zzp’ers en vrijwilligers een zogenoemd coronatoegangsbewijs (‘ctb’) vragen als dat noodzakelijk is voor de vermindering van coronabesmettingen.

Wanneer ctb mogelijk?

Werkgevers in sectoren waar klanten en bezoekers verplicht zijn om een ctb te tonen, kunnen hun werknemers volgens het wetsvoorstel sowieso tot een ctb verplichten. Voor niet-ctb-plichtige sectoren geldt dat een werkgever alleen om een ctb van werknemers mag vragen indien:

  • niet op een andere manier een vergelijkbaar beschermingsniveau kan worden geboden; en
  • vooraf instemming is gegeven door de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging.

Als blijkt dat werkgevers in het algemeen te weinig gebruik maken van het ctb, dan kan de minister deze werkgevers alsnog hiertoe verplichten.

Wat als werknemer weigert?

Weigert de werknemer zijn ctb te laten zien, dan moet de werkgever volgens het wetsvoorstel in de eerste plaats in overleg treden met de werknemer om samen een oplossing te zoeken waarmee de werknemer zonder ctb kan blijven werken, eventueel (tijdelijk) in een andere functie bij de werkgever. Als geen alternatief mogelijk is, en van de werknemer wel kan worden gevergd dat hij zijn ctb laat zien, dan kan de werkgever volgens het voorstel de loondoorbetaling onder omstandigheden stopzetten, of zelfs de werknemer ontslaan.

Advies Raad van State: aanpassing wetsvoorstel

De Raad van State (RvS) heeft inmiddels advies uitgebracht over het wetsvoorstel. In het advies zegt de RvS dat het moeite heeft met de regeling omdat deze het uiteindelijke besluit om een ctb in te voeren aan de werkgever overlaat. Dit kan afbreuk doen aan de effectiviteit van de maatregel als werkgevers hiervan te weinig gebruik zullen maken. Verder vindt de RvS dat de regeling kan leiden tot onwenselijke conflicten op de werkvloer, waarbij de werkgever tussen gevaccineerde werknemers en niet-gevaccineerde werknemers in komt te staan.

De RvS adviseert daarom om de regeling op een andere manier vorm te geven. Het advies is dat de minister aan werkgevers de verplichting kan opleggen om van werknemers een ctb te vragen, als dat een belangrijke bijdrage kan leveren aan de volksgezondheid. De werkgever moet werknemers dan vragen om het ctb te tonen, tenzij de mogelijkheid bestaat om op andere wijze een vergelijkbaar beschermingsniveau te bereiken (zoals door thuiswerken of het onderling houden van afstand). Daarvoor moeten duidelijke criteria worden opgesteld. Dit voorkomt volgens de RvS conflicten tussen werkgever en werknemer, en tussen werknemers onderling. Bovendien zal dit volgens de RvS zorgen voor de mogelijkheid om beter toezicht te houden en te handhaven.

Voortgang

Het wetsvoorstel wordt op 5 januari 2022 in de Tweede Kamer behandeld. De verwachting is dat het naar aanleiding van het advies van de RvS zal worden aangepast, waarna het nader zal worden besproken.

Als het wetsvoorstel wordt aangenomen, zullen de verplichtingen uit de wet niet meteen gaan gelden. De ministerraad zal daarover dan eerst nog een beslissing moeten nemen, en die beslissing moeten neergeleggen in een ministeriële regeling.

Ovidius houdt u op de hoogte van de verdere ontwikkelingen rondom dit wetsvoorstel. Tot die tijd gelden de huidige regels voor het doen van een coronacheck door werkgevers. Zie hierover ons nieuwsbericht ‘Werknemers en vaccineren’.